|
Home | Dagboek
en Brieven Sierk Schröder
Dagboek en brieven
Verslag van een reis naar Teheran in 1963
Brief 5 van een serie van tien brieven
Vervolg van brief 4
Brief 5
Dinsdag 8 okt. 63, 6 uur s avonds
Het is gelukt! Het is heus een erg mooi portretje en ik vertel je gauw
alles wat er gebeurd is, voor ik het kwijt ben.
Gisterenavond met de 1e secr. van de Ambassade, de heer Dolleman en
zijn vrouw (een oostenrijkse, die net zo Hollands praat als Oma Muttie)
kaviaar gegeten in het nieuwe Hilton Hotel en daarbij nogal wat wodka
gedronken. Echte diplomaten-mensen, maar bijzonder voorkomend en aardig.
Is me heel goed bekomen en ik heb heerlijk geslapen. Werd al om kwart
voor tien gehaald, door dezelfde jongeman, de huismeester van het zomerpaleisje.
Vond het portretje goed, toen ik het terugzag. Het is mooi van kleur
en de lijst doet prachtig. Mademoiselle en haar vriendin of collega
waren echt oprecht verrukt. Ik vroeg of er geen mensen waren aan wie
ik het kon laten zien, waarop ze de zuster van de Sjah heeft opgebeld,
die beloofde te komen.
Ik weer op de grond aan het werk, het jongetje schattig, kwam n.b. naar
me toe en sloeg zijn armpjes om mijn benen. Goed dat al die Gorillas,
die daar voor de ramen lopen het niet gezien hebben, anders was ik erbij
geweest.
Heb nog enkele verbeteringen aangebracht, maar ik kon niet verder of
ik moest opnieuw beginnen. Dat is nu eenmaal zo met mij. Een beetje
doorgeprutst en toen kwam de zuster van de Sjah met een zeer onaangenaam
uitziende hofdame. Ik gaf haar gewoon een hand en ze rende even op het
portretje af en zei: Oh, mais cest bien, cest très
bien, cest lui. Maar toen begon de comedie. De hofdame verwaardige
zich niet ernaar te kijken, en Son Altesse bedacht zich zeker ineens,
dat ik maar een gewone sterveling was en heeft verder alleen nog maar
met het jongetje gespeeld en zelfs niet meer
naar het portretje gekeken. Ik schilderde wat door en ineens waren ze
verdwenen. Zonder groeten of iets. Zoiets onbeschofts heb ik mijn leven
alleen nog maar van Kees Verwey meegemaakt! Ik was echt kwaad en zei
tegen Mademoiselle: Chez nous on dit au revoir quand on part.
Oui, zei ze, Ils ont une autre mentalité!
Ik was dus eigenlijk klaar en heb al mijn spullen ingepakt en ook het
schilderij en heb toen de heer Hofijda opgebeld, die het dolgraag even
zien wou en met wie ik toch nog allerlei moest afspreken. Dat was een
groot succes, ook de heer Habil, de hofmaarschalk van de Keizerin, die
oude Pers, wild enthousiast, en schudde me de hand, etc. Vandaar naar
het hotel, weer met alle bagage, in een hofauto en ook op mijn kamer
doet het goed. Nu is de moeilijkheid: Moet Fara D. het nu nog zien?
In elke geval wil ik het eerst aan de Koningin laten kijken. Ik hoop,
dat dat morgenochtend voor hun vertrek naar het rampgebied om 9 uur,
kan. Lukt dat, dan kan er morgen een foto van gemaakt worden door een
fotograaf van de Ambassade. Die foto hebben we dan zelf in handen en
we kunnen de publiciteit precies zo regelen, als ik dat zelf wil. Dat
zou mooi zijn.
Waarschijnlijk wordt het dus Zondagavond aangeboden, en dan kan ik Maandag
weg, als er dan een Friendship teruggaat.
De Koninklijke familie gaat van Donderdag tot Zondag naar de Kaspische
Zee, dus zou ik drie dagen vrij zijn. Mijn plan is dan met een bus naar
Isfahan te gaan, dat heen en terug f 15,- kost, want vliegen kost f
125,-. Je ziet dan meer van het land ook, en ik zou dan tot Zaterdag
kunnen blijven en daar alles goed bekijken, dat trekt mij meer aan dan
Persepolis. Ik wou teruggaan over Qum, een bedevaartsplaats, maar dat
is dus alles nog niet zeker. Vanmiddag ben ik naar het Bazar-district
geweest. Wat je daar ziet, is nog echt zoals je het je voorstelt. Overdekte
straatjes met winkels, je hebt een straat van de schoenenwinkels, van
de koperslagers, van de boekhandelaren. Ineens kwam ik bij een Moskee
op een ingebouwd plein, heel mooi. De mannen aan het bidden en omdat
ze dat op een kleedje moeten doen, maar geen kleedje bij zich hebben,
trekken ze hun broeken uit en bidden en knielen en buigen daarop. Alles
in hun onderbroek, wat heel gek is, vooral als de betreffende personen
dik zijn en een bril dragen, zodat het precies is of het gewoon iemand
bij ons uit de Langstraat in zijn onderbroek met zijn billen in de hoogte
en zijn hoofd op de grond ligt. Ik zag prachtige typen mensen in kaftans
met tulbanden en heel wijde broeken en brede centuurs. En oude Hadjis
met puntbaardjes. Het was er ontzettend vies en een reuze gedrang. Ik
wil proberen in Isfahan iets voor je te kopen en voor de kinderen, als
ik iets kan vinden. Ik ga in ieder geval dan Patmah opzoeken. Zij woont
in Julfa, waar ook een beroemde Armeense kerk staat, die ook door de
Kon. werd bezocht.
Toen ik thuis kwam, heb ik even lekker gezwommen, het water was heerlijk
koud. Fijn dat alles nu goed loopt, ik hoop dat de Kon. nu ook enthousiast
is, of dat om een of andere reden toch gaat mislukken. Dat kan best!
Heel veel liefs en omhels .....
Verder naar
brief 6
|
|